17 apr 2019

Wie is nu de vangnetter in de Ziektewet?

Wie is nu de vangnetter in de Ziektewet?

Regelmatig krijg ik in één van onze trainingen deze vraag. Het begrip ‘vangnet’ leidt blijkbaar tot verwarring. De vangnetter heeft de afgelopen jaren meer aandacht gekregen met de komst van de Wet BeZaVa in 2013 (Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters). Deze wet heeft niet alleen met de Ziektewet te maken, maar ook met de vanuit de Ziektewet ingestroomde werknemers in de WGA (WGA-flex genaamd). Voor de wet BeZaVa bestond er echter ook al een vangnet Ziektewet.Vangnet Ziektewet 1 en 2

Hoe zit dit? Ik – Janthony Wielink – probeer in deze blog het antwoord te geven op deze vraag.

Historie, terug naar 1996

Toen de Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte (Wulbz) op 1 maart 1996 in werking trad – waarmee de werkgever de loondoorbetalingsplicht voor zieke werknemers kreeg – werd de Ziektewet gereduceerd tot een vangnetregeling. De meeste zieke werknemers komen door de loondoorbetalingsplicht immers voor rekening van de werkgever.

Twee soorten Ziektewet vangnetten

De vangnetfunctie bestond en bestaat nog steeds uit het verstrekken van een uitkering bij twee categorieën zieke werknemers. Er is daarmee sprake van twee soorten Ziektewet vangnetten:

  1. een vangnet Ziektewet voor de zieke werknemer die géén loondoorbetaling van de werkgever krijgt (gelukkig: geen lege handen maar een Ziektewet vangnet) en
  2. een vangnet Ziektewet voor de werkgever die werknemers uit een doelgroep aanneemt of in dienst houdt waarvan de overheid bepaalt dat deze werkgever hiervoor een beloning moeten krijgen. Een beloning in de vorm van no-risk Ziektewet; geen of minder kosten bij uitval van deze groep wegens ziekte.

Met deze no-riskpolis wil de overheid arbeidsparticipatie over de gehele brede Nederlandse bevolking stimuleren.

Deze beide vangnetten staan in één wet: de Ziektewet en dat maakt deze Wet niet altijd eenvoudig in de uitvoering.

Vangnet Ziektewet 1

Dit zijn werknemers waarvan je kortweg kunt zeggen dat ze ‘ziek zijn en uit dienst’. Werknemers zonder werkgever zoals (bepaalde) uitzend- en oproepkrachten en werknemers waarvan het dienstverband afloopt tijdens ziekte. Ook personen die met een vaststellingsovereenkomst ziek uit dienst gaan vallen onder dit vangnet. En als laatste moet hier ook ‘nawerking’ benoemd worden; gezond uit dienst, maar binnen 28 dagen toch ziek en geen uitkering of baan.

Deze zieken worden sinds de komst van de Wet BeZaVa bij ziekte toegerekend aan de werkgever, in de vorm van premiedifferentiatie Ziektewet en bij instroom in WGA als instroom WGA-flex.

Daarnaast is er ook nog de werknemer die ziek wordt terwijl hij/zij in de WW zit. Deze heeft na een wachttijd van 13 weken waarin zijn WW-uitkering doorloopt wel een Ziektewet-recht, maar deze wordt niet aan een (ex-)werkgever toegerekend.

Vangnet Ziektewet 2

Dit vangnet is voor zieke werknemers die in dienst zijn van een werkgever en waarbij er sprake is van een no-riskpolis Ziektewet. Dit is geregeld in artikel 29 a, b, c en d ZW.

Het betreft werknemers waarvan het volgens de overheid niet wenselijk is dat de werkgever opdraait voor de kosten van ziekte. Dit zijn onder andere werknemers die ziek worden als gevolg van een:

  • zwangerschap of bevalling
  • orgaandonatie uitvallen,
  • arbeidsongeschiktheidsuitkering die in dienst gehouden worden en in dienst genomen werknemers met structurele functionele beperkingen.

Onder deze voorwaarden kan ook een zogeheten 35-minner – geen recht op WIA – die in dienst genomen wordt door een nieuwe werkgever een recht hebben op een Ziektewet no-riskuitkering bij ziekte.

Werknemers uit de doelgroep van de Wet banenafspraak vallen onder de no-riskpolis Ziektewet en sinds kort ook weer de oudere voorheen langdurige werkloze werknemer (eerste 13 weken van ziekte niet).

Tijdsduur no-riskpolis

Meestal is de bescherming van de no-riskpolis Ziektewet beperkt tot 5 jaar na in dienst nemen of in dienst houden. Er zijn (uiteraard) uitzonderingen:

  • werknemers met een Wajonguitkering of
  • werknemers uit de doelgroep van de Banenafspraak hebben – zolang ze onder deze doelgroep vallen – recht op een vangnetuitkering bij ziekte.

In sommige situaties kan de 5 jaar bescherming verlengd worden door een specifiek verzoek daartoe van de werknemer bij bijvoorbeeld een chronische ziekte.

Hoogte uitkering Ziektewet

  • De uitkering van vangnet 1 is nooit hoger dan 70% van het dagloon, waarbij het dagloon gemaximeerd is op het maximumdagloon. Deze uitkering ontvangt de werknemer, die dan ex-werknemer is, zelf.
  • De uitkering van vangnet 2 is ook 70%, maar kan op verzoek van de werkgever verhoogd worden naar 100% van het (gemaximeerde) dagloon. Deze uitkering krijgt de werkgever, omdat hij namelijk ook de plicht heeft tot loondoorbetaling bij ziekte. In het tweede ziektejaar is de uitkering nooit hoger dan 70%.

Werkgevers die dus meer loondoorbetaling beloofd hebben lopen daarmee dus wel een beetje risico. Ook worden de werkgeverslasten niet gecompenseerd door de no-riskpolis Ziektewet.

Hulpmiddelen van het UWV

Op de site van UWV staan diverse hulpmiddelen om te bepalen welke personen onder no-riskregeling van de Ziektewet vallen. Hier staan dan ook de laatste ontwikkelingen vermeld en dat is wel handig om te weten, want de doelgroep no-risk Ziektewet verandert nog wel eens.

Heb je meer vragen over het vangnet Ziektewet en de verschillen tussen de twee soorten? Stel ze gerust, wij komen graag met je in contact.

Wil je Casemanager worden of wil je graag een volgende stap maken in je loopbaan?

Met de opleiding Casemanager ben jij het eerste aanspreekpunt voor vragen en problemen bij verzuim als gevolg van verzuim. Nieuw → Wanneer je onze opleiding positief hebt afgerond, kun je je registreren bij het RNVC. Hiermee mag jij je de titel Register Case- en Caremanager (RCCM) gebruiken. Of Casemanager Regie op Verzuim (CROV) indien alleen module 1 en 2 van de opleiding is gevolgd.

JanthonyWielink

Woensdag 17 april 2019
Auteur: Janthony Wielink