Transitievergoeding: gedeeltelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst
Transitievergoeding: gedeeltelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst
In dit derde artikel gaat arbeidsjurist en arbeidsdeskundige Monique van de Graaf in op een interessante uitspraak van de Hoge Raad. Deze heeft betrekking op de gedeeltelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst. In de eerste twee artikelen stond ze stil bij de voorwaarden die gelden voor een gedeeltelijke transitievergoeding en de vraag wanneer je geen recht hebt op een gedeeltelijke transitievergoeding.
De Hoge Raad is van oordeel dat een gedeeltelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever ex artikel 7:671b BW niet mogelijk is. De wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst voorziet niet in gedeeltelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst. In het rapport van de Commissie Regulering van Werk (commissie Borstlap) van januari 2020 is wel voorzien in deeltijdontslag.
De case: gedeeltelijke beëindiging arbeidsovereenkomst
Wat is er aan de hand in deze case? Het betreft een werkneemster die vanaf 20 oktober 2000 werkzaam was als schoonmaakster gedurende 10 uur per week op twee locaties van een universiteit (locatie ‘Rundvee’ en locatie ‘Pluimvee’). Als gevolg van een contractwissel is ze vanaf 1 maart 2015 gedurende 20 uur per week in dienst gekomen bij schoonmaakbedrijf Victoria.
Door een sluiting van de locatie ‘Rundvee’ wordt ze overgeplaatst naar de locatie ‘Bioscience’. Helaas voor de werkneemster gaat het op die locatie niet zo lekker. Er komen klachten van de opdrachtgever over haar houding en gedrag en de kwaliteit van haar schoonmaakwerk. Vervolgens werd ze opnieuw overgeplaatst naar de locatie “ASG”.
Vervolgens verscheen ze niet op deze locatie, omdat ze met de haar ter beschikking staande vervoersmiddelen deze locatie niet (tijdig) zou kunnen bereiken. En ondertussen liepen haar werkzaamheden op de locatie ‘Pluimvee’ gewoon door.
Uitspraak Hoge Raad: mogelijk recht op gedeeltelijke transitievergoeding
Vervolgens gaat de Hoge Raad (HR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:283 Victoria, rov. 3.3.3 en 3.3.4 ) in een aantal overwegingen ten overvloede uitleggen dat de arbeidsovereenkomst wel op andere manieren door werkgever en werknemer gedeeltelijk kan worden beëindigd. Hierbij kan mogelijk recht op een gedeeltelijke transitievergoeding bestaan.
De Hoge Raad noemt de volgende vijf gevallen:
- Het sluiten van een beëindigingsovereenkomst ex artikel 7:670b BW waarbij overeengekomen wordt dat de arbeidsovereenkomst gedeeltelijk wordt beëindigd;
- Volledig ontslag gevolgd door een gewijzigde arbeidsovereenkomst (wijzigingsontslag);
- Gedeeltelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens wanprestatie (artikel 7:686 BW jo. artikel 6:265 BW en artikel 6:270 BW);
- De verplichting van de werknemer om in te stemmen met een wijziging van de arbeidsovereenkomst wegens goed werknemerschap op grond van de criteria als neergelegd in het Stoof/Mammoet arrest (HR 11 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1847. Stoof /Mammoet Transport B.V.);
- De verplichting van de werkgever om – op grond van de Wet flexibel werken of op grond van goed werkgeverschap (artikel 7:611 BW) – in te stemmen met een voorstel van de werknemer om over te gaan tot wijziging van de arbeidsovereenkomst.
In de cursieve situaties genoemd onder 2, 4 en 5 kan er vervolgens op grond van de wet aanspraak bestaan op een pro rato transitievergoeding. De Hoge Raad lijkt hiermee de Kolom beschikking nog verder te hebben opgerekt. Het is afwachten hoe dit zich verder zal ontwikkelen.
Wil je meer weten over de voorwaarden die gelden voor een gedeeltelijke transitievergoeding en wanneer je geen recht hebt op een gedeeltelijke transitievergoeding? Lees hier meer over in deel 1 en 2 van deze reeks. En heb je nog vragen naar aanleiding van mijn artikelen? Stel ze gerust via Scolea. Wij komen graag met je in contact.
Maandag 26 april 2021
Auteur: Monique van de Graaf, HR business partner met als specialisatie arbeidsrecht en sociale zekerheid. Ze is auteur van de boeken “Arbeidsrecht voor de professional” en “Sociale zekerheid voor de professional” die jaarlijks worden geactualiseerd.