Re-integratie tweede spoor, hoe zit het precies?
Re-integratie tweede spoor, hoe zit het precies?
Regelmatig krijgt specialist arbeidsrecht Monique van de Graaf vragen over re-integratie tweede spoor: wat het precies inhoudt, wanneer het moet worden ingezet en wat er in dat kader precies van werkgever en werknemer wordt verlangd. Volgens haar hoog tijd om hier wat langer bij stil te staan.
Als uitgangspunt voor re-integratie tweede spoor geldt dat de terugkeer in de eigen functie voorop moet staan. Gekeken moet worden of er mogelijkheden zijn tot het aanpassen van de eigen functie door tijdelijke verlichting van de werkzaamheden én tijdelijke overdracht van taken aan collega’s.
Let op!
Uiteraard mag dit niet zorgen voor een overbelasting van de betreffende collega’s. Ook moet er gekeken worden of de eigen werkplek aangepast moet worden. Lukt dit in eerste instantie niet dan moet gekeken worden naar passend werk in het eigen bedrijf. De werkgever moet hier actief naar op zoek gaan.
Pas als er geen passend werk in het eigen bedrijf (re-integratie eerste spoor) aanwezig is, moet gekeken worden naar passend werk buiten het bedrijf (reintegratie tweede spoor).
Passende arbeid aanbieden bij andere werkgever
Bij kleinere werkgevers is het niet altijd mogelijk in het eigen bedrijf passende arbeid aan te bieden. Daarom biedt de wetgever werkgevers de mogelijkheid van de zieke werknemer te verlangen dat hij (tijdelijk) passende arbeid bij een andere werkgever gaat doen. Dit wordt re-integratie in het ’tweede spoor’ genoemd.
Als eerste spoor geldt dat re-integratie binnen het eigen bedrijf wordt geïnitieerd. Voor plaatsing elders kan de werkgever een re-integratiebedrijf inschakelen. Het is een mogelijkheid, het is dus niet verplicht. Deze bureaus zijn te vinden op de websites www.blikopwerk.nl en op www.reintegratiekiezen.nl.
Let op!
Uiterlijk moet een re-integratie tweede spoortraject worden gestart binnen 6 weken na de eerstejaarsevaluatie (= in de 52e verzuimweek).
Re-integratieactiviteiten tweede spoor
Zodra er geen zicht (meer) bestaat op een structurele hervatting binnen de eigen organisatie, moet er een adequaat tweede-spoortraject worden gestart om de hervattingskansen van de arbeidsongeschikte werknemer zo veel mogelijk te vergroten. Een tweede-spoortraject moet uiterlijk binnen 6 weken na de eerstejaarsevaluatie (in de 52e verzuimweek) worden gestart.
Re-integratieactiviteiten in spoor 2 kunnen na de eerstejaarsevaluatie alleen achterwege blijven als er binnen 3 maanden een concreet perspectief is op structurele werkhervatting binnen de eigen organisatie in eigen, aangepast of ander passend werk dat zo dicht mogelijk aansluit bij de functionele mogelijkheden (Werkwijzer Poortwachter UWV van 1 juni 2021, paragraaf 4.3.1., blz.12).
Leestip!
Re-integratie instrumenten hebben als doel om mensen met een ziekte of een beperking meer kansen op de arbeidsmarkt te geven. Er bestaan voorzieningen en tegemoetkomingen voor de werknemer en er zijn regelingen en subsidies voor de werkgever. In dit artikel worden een aantal re-integratie instrumenten voor werkgevers en werknemers behandeld.
Bijstelling plan van aanpak
Bij wijzigingen in de re-integratie moet het plan van aanpak worden bijgesteld. Als een werkgever géén passende arbeid in het eerste spoor kan aanbieden maar wel in het tweede spoor dient de werknemer daaraan mee te werken. Een werkgever is dus gerechtigd een werknemer die weigert een bijstelling van het plan van aanpak te tekenen, omdat dit hem verplicht te solliciteren, te sanctioneren door het stopzetten van de loonbetaling (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 22 augustus 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:3752).
In beginsel is een werkgever in het kader van een re-integratie tweede spoor traject niet gehouden de opleidingskosten te betalen als niet vaststaat of deze tot een hervatting bij een nieuwe werkgever leiden. Er kunnen zich tijdens het opleidingstraject echter ontwikkelingen voordoen die wel leiden tot een hervatting bij een andere werkgever.
Dit is bijvoorbeeld aan de orde als de werknemer een stageplek vindt waarbij een baan in het vooruitzicht wordt gesteld. In een dergelijke situatie kan voor de werkgever gaandeweg toch een verplichting ontstaan tot bekostiging van de genoten opleiding (Ktr. Leeuwarden 12 november 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:6779).
De verplichting tot re-integratie tweede spoor geldt zolang de loondoorbetalingsverplichting duurt, dus in beginsel gedurende een periode van 104 weken te rekenen vanaf de eerste ziektedag. Daarna neemt het UWV deze verplichting over, tenzij de werkgever eigenrisicodrager is. Dit betekent dat de werkgever ervoor kiest om verantwoordelijk te blijven voor (ex-)werknemers waar hij de loondoorbetalingsplicht niet (meer) voor heeft. De werkgever neemt dan de rol van UWV voor een groot deel over.
Wil je graag de volgende stap maken in je loopbaan en Re-integratiespecialist worden?
Met de opleiding tot Re-integratiespecialist ben jij de professional die gespecialiseerd is in het begeleiden van mensen van werk naar werk. Heb je vragen over de opleiding? Neem gerust contact op met Jannet Mulder voor een persoonlijk gesprek.
Vrijdag 17 juni 2022
Auteur: Monique van de Graaf, HR business partner met als specialisatie arbeidsrecht en sociale zekerheid. Ze is auteur van de boeken “Arbeidsrecht voor de professional” en “Sociale zekerheid voor de professional” die jaarlijks worden geactualiseerd.