14 jun 2021

Re-integratie eerste spoor en tweede spoor, is er een verschil in duur?

Re-integratie eerste spoor en tweede spoor, is er een verschil in duur?

Re-integratie eerste spoor en tweede spoor, wat zijn de verschillen? Wat zijn de verplichtingen van werkgever en werknemer? Wat staat daar precies over in de Wet Verbetering Poortwachter? In dit artikel gaat arbeidsjurist en arbeidsdeskundige Monique van de Graaf in op dit thema.

Wat houdt re-integratie spoor 1 in?

Wanneer een werknemer ziek is, hebben werknemer en werkgever de verantwoordelijkheid om de werknemer in het eerste ziektejaar zo snel mogelijk weer te laten terugkeren op zijn werkplek. Mocht dit niet (geheel) lukken, wordt er gekeken naar alternatieve passende arbeid bij de werkgever. Dit wordt ook wel re-integratie spoor 1 genoemd.

En hoe zit het ook alweer met re-integratie spoor 2?

Naarmate het bedrijf (de werkgever) groter is, zal er meer variatie in functies zijn en is de kans groter dat dit zal slagen. Bij een klein bedrijf (kleinere werkgever) is het waarschijnlijk lastiger om binnen het eigen bedrijf passende arbeid te vinden. Er dient dan gekeken te worden naar passende arbeid buiten het eigen bedrijf om. Dit staat ook wel bekend als re-integratie spoor 2. Voor plaatsing elders kan de werkgever bijvoorbeeld een re-integratiebedrijf inschakelen.

Wanneer start spoor 2 re-integratie?

Re-integratie spoor 2 start na het eerste ziektejaar. Uiterlijk moet een spoor 2 traject worden gestart binnen 6 weken na de eerstejaarsevaluatie (= in de 52e verzuimweek). Re-integratieactiviteiten in spoor 2 kunnen na de eerstejaarsevaluatie alleen achterwege blijven als er binnen drie maanden een concreet perspectief is op structurele werkhervatting. Deze werkhervatting dient dan binnen de eigen organisatie in eigen, aangepast of ander passend werk te zijn dat zo dicht mogelijk aansluit bij de functionele mogelijkheden (Werkwijzer Poortwachter UWV van 1 mei 2020, paragraaf 4.3.1).

De verplichting tot re-integratie tweede spoor geldt zolang de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte voortduurt. Dus in beginsel gedurende een periode van 104 weken, te rekenen vanaf de eerste ziektedag. Daarna neemt het UWV deze verplichting over.

Wat zijn de verplichtingen van de werkgever binnen spoor 1 re-integratie?

De verplichtingen van de werkgever liggen anders waar het de re-integratie bij de eigen werkgever betreft. Zolang het dienstverband niet officieel is beëindigd bestaat er voor de werkgever de verplichting tot re-integratie in het eerste spoor (Ktr. Zaanstad 29 december 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:11309). Dit geldt ook voor werkgevers die géén WGA-eigenrisicodrager zijn. In de situatie dat een werknemer voor 13,5 uur passend werk kan verrichten in de eigen functie, betekent dit dat er aanspraak kan worden gemaakt op loonbetaling.

Let op!
Het gegeven dat er vanwege de corona crisis geen invulling kan worden gegeven aan die werkzaamheden komt voor rekening en risico van de werkgever (Ktr. Amsterdam 30 maart 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:1830).

Let op!
Na de periode waarvoor de loonbetalingsverplichting geldt, is het voor een werkgever van cruciaal belang te onderzoeken of er passend werk beschikbaar is. Laat de werkgever dit na, dan kan de werknemer loon vorderen. Bij passend werk kan gedacht worden aan eigen werk in minder uren of in een lager tempo of aan een aangepast takenpakket.

Oordeel Hoge Raad: werkgever verplicht passend werk aan te bieden

De Hoge Raad heeft heel lang geleden bepaald dat een werkgever verplicht is passend werk aan te bieden aan een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer die niet in staat is zijn eigen werk te verrichten, maar wel ander passend werk kan doen. Het moet gaan om arbeid die is berekend naar de “krachten en bekwaamheden” van de werknemer. De werknemer op zijn beurt moet zich bereid verklaren andere passende arbeid te aanvaarden en ook zoveel mogelijk specificeren welke werkzaamheden hij wel en welke hij niet kan doen.

Weigert de werkgever zonder deugdelijke grond deze arbeid aan te bieden, dan moet hij de werknemer toch het loon doorbetalen dat bij de passende functie hoort (HR 8 november 1985, NJ 1986/309 (Van Haaren/Cehave). De werknemer op zijn beurt kan loon claimen wanneer de werkgever geen onderzoek doet naar de aanwezigheid van passende arbeid, nadat de werknemer een concreet aanbod hiertoe heeft gedaan (HR 17 januari 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0175 (Stal/UWV).

Heb je nog vragen naar aanleiding van mijn artikelen? Stel ze gerust via Scolea. Wij komen graag met je in contact.

Regeerperiode 2017-2020

Maandag 14 juni 2021
Auteur: Monique van de Graaf, HR business partner met als specialisatie arbeidsrecht en sociale zekerheid. Ze is auteur van de boeken “Arbeidsrecht voor de professional” en “Sociale zekerheid voor de professional” die jaarlijks worden geactualiseerd.

Opleidingen

Voor onze opleidingen Casemanager, Arbeidsdeskundige en Re-integratie Specialist gebruiken wij Monique haar boeken. Wil je één van haar boeken los bestellen? Mail haar dan via info@hartvoorarbeid.nl.Boek Monique van de Graaf 2020