Ongezond de eindstreep halen is lucratief voor werknemer en werkgever!
Ongezond de eindstreep halen is lucratief voor werknemer en werkgever!
Onze docent en directeur van Enkwest Janthony Wielink schreef al eerder over de transitievergoeding na twee jaar ziekte die volgens hem de verzuimdossiers van oudere werknemers een verrassende wending kan geven. Steeds vaker hoort hij het nu ook in de praktijk terug; het is financieel interessanter om ongezond de eindstreep te halen, dan gezond.
Janthony: ‘Het financiële belang van/voor ongezond de eindstreep halen is voor de werknemer volledig helder, aangezien hij of zij bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst vlak voor de AOW-leeftijd recht heeft op de transitievergoeding. Daar is de Hoge Raad inmiddels ook heel duidelijk over.
Lees ook:
>> Langdurig zieke werknemer en de transitievergoeding, hoe zit het?
>> Transitievergoeding na twee jaar ziekte: hoe bepaal je de hoogte?
Werkgever heeft er ook belang bij
‘De werkgever heeft hier toch geen baat bij?’ hoor ik jullie nu denken, want de werknemer is immers twee jaar aan het verzuimen en dat kost ook geld. Dat klopt, maar ik wil jullie graag meenemen in iets vanuit het Pensioenakkoord. Eén van de voorgestelde wijzigingen gaat over zware beroepen en de mogelijkheid om eerder te kunnen stoppen met werken. Hiervoor moet de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) worden aangepast. Minister Koolmees schrijft daarover:
‘…ook is afgesproken dat werkgevers en werknemers meer ruimte krijgen voor maatwerk door tijdelijke versoepeling van de regeling voor vervroegd uittreden. Werkgevers krijgen de mogelijkheid om in sectoren en ondernemingen uittredingsregelingen te financieren waarmee werknemers de mogelijkheid krijgen om drie jaar voor de AOW-leeftijd te stoppen met werken. Het kabinet zal deze regelingen faciliteren door vanaf 2021 voor een periode van vijf jaar de pseudo-eindheffing op regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-heffing) generiek te versoepelen als de vervroegde uittreding binnen de laatste drie jaar voor AOW-leeftijd plaats vindt.’
Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)
De RVU die nu van toepassing is houdt (heel in het kort) in dat als de werkgever een werknemer vervroegd met pensioen laat gaan, de werkgever een forse fiscale boete krijgt. Binnen de RVU wordt beoordeeld of de ontslagvergoeding feitelijk in staat stelt om te overbruggen tot aan de AOW-leeftijd, dan wel eerdere pensioendatum, of gezien kan worden als een aanvulling op het pensioen.
Het kabinetsbeleid is gericht op de bevordering van de arbeidsparticipatie van ouderen. Dat gebeurt mede door de pseudo-eindheffing van artikel 32ba Wet LB van momenteel 52%. De pseudo-eindheffing komt pas in beeld als de vertrekregeling op basis van de objectieve kenmerken en voorwaarden ten doel heeft te voorzien in een overbrugging van de periode tot het ingaan van het pensioen of de AOW-uitkering.
De versoepeling van de RVU die dankzij het Pensioenakkoord wordt doorgevoerd, houdt in dat de werkgever over een bedrag dat overeenkomt met het AOW-bedrag (€ 21.200,-) geen fiscale eindheffing betaalt. Voorwaarde hiervoor is dat uittreding plaatsvindt in de laatste drie jaar vóór de AOW-leeftijd. Dit versoepelingsrecht wil het kabinet vanaf 2021 vijf jaar van toepassing laten zijn.
Aantrekkelijke combinatie
Ik ga dit even allemaal combineren. Een werknemer is vijf jaar voor AOW-datum lichamelijk ‘op’; heeft een zwaar beroep gehad. Bewust wordt hier vijf jaar genoemd, de maximale termijn van twee ziektejaren en drie RVU-jaren. Deze werknemer meldt zich ziek, maar blijft gedurende twee jaren wel werken in het bedrijf in aangepaste lichtere arbeid.
De werknemer ontvangt loon bij ziekte, de werkgever krijgt er passende arbeid voor terug; bijvoorbeeld 4 dagen in plaats van 5 dagen. Na deze twee jaar wordt bewust geen WIA aangevraagd, aangezien het re-integratieverslag niet op orde is. Er is echter wel sprake geweest van twee jaar ziekte, een van de eisen voor de compensatie van de transitievergoeding.
Na deze twee jaar spreken werkgever en werknemer samen af om uit elkaar te gaan en stellen een vaststellingsovereenkomst op. Hierin wordt een bedrag opgenomen om de komende drie jaar te overbruggen. De werkgever weet dat een deel van dit bedrag gecompenseerd wordt door de compensatieregeling van het UWV. Verder is de eindheffing RVU ook niet meer zo hoog. De werknemer kan de komende drie jaar overbruggen en op een soepele manier de AOW-leeftijd bereiken.
Win-win?
Dit lijkt op een te lucratieve constructie, over de rug van ‘het collectief’. Het lijkt me dat dit onmogelijk gemaakt moet worden, maar ik voorzie eigenlijk geen beweging. Tenzij de transitievergoeding na twee jaar ziekte zo snel mogelijk wordt afgeschaft in dit soort situaties, zo vlak voor AOW. Wat dat betreft geeft commissie Borstlap al een goede voorzet; waar is de transitievergoeding ook al weer voor bedoeld?’
Woensdag 20 februari 2020
Auteur: Janthony Wielink