3 sep 2021

Nog steeds geen regering: wat zijn de gevolgen hiervan voor re-integratie?

Nog steeds geen regering: wat zijn de gevolgen hiervan voor re-integratie?

We vroegen Janthony Wielink (docent en oprichter van Enkwest) wat de gevolgen zijn van het uitblijven van een nieuw kabinet voor het werken als casemanager, arbeidsdeskundige en/of re-integratiespecialist. Janthony kwam met 6 belangrijke zaken die blijven liggen tijdens het demissionair kabinet op het gebied van arbeid, re-integratie en sociale zekerheid.

Janthony: ‘Ik moet hier echt even over nadenken, want normaal gesproken verzorg ik kennis updates over zaken die nu juist wél veranderen. En nu gaat het over alles wat blijft liggen.’

6 belangrijke zaken die blijven liggen totdat we een nieuw kabinet hebben:

Het demissionair kabinet behandelt alleen lopende zaken (tenzij het een crisis betreft), waardoor er zaken (zoals wetsvoorstellen) blijven liggen. Janthony: ‘Dit zijn wat mij betreft de 6 meest belangrijke zaken die nu blijven liggen, in willekeurige volgorde.’

#1 Oordeel bedrijfsarts leidend bij de RIV-toets

Dit wetsvoorstel is onderdeel van een groter totaalplan, namelijk het tegemoetkomen van MKB-werkgevers in de kosten van ziekteverzuim en re-integratie. Andere onderdelen van dit plan zijn de komst van de MKB-verzuimontzorgverzekering en de verlaging van de Aof-premie per 1-1-2022. Deze laatste twee zijn inmiddels een feit, maar voor wat betreft de re-integratie staat de invulling van het advies van de bedrijfsarts stil. In dit licht is ook aandacht geweest voor BAR (Beschrijving Arbeidsbelasting en Re-integratie), maar ook daar hoor je nu even niets van.

Janthony: ‘Oh ja; spoor 2 re-integratie zou ook wijzigen….. hebben we daar al iets over gehoord?’

#2 WIA-wijzigingen

In het regeerakkoord van Rutte III stonden prominent allerlei WIA-wijzigingen, met name om anders te beoordelen (CBBS, 3 x 3 functies moest 1 x 9 worden), maar ook om de WGA 35-99% groep te maken. Deze plannen zijn geruild voor een Pensioenakkoord. De volgende regering zal dit zeker weer oppakken; er moet iets aan de WIA gebeuren.

Wie mijn berichtgeving volgt, ziet regelmatig terug dat ik me erg verbaas over de grote groep volledig arbeidsongeschikten in Nederland. Van de personen die na twee jaar ziekte in WIA komen (WGA+IVA), hiervan is 80% volledig arbeidsongeschikt. Waarvan 75% op arbeidsdeskundige gronden. Met andere woorden; ze zijn medisch wel in staat om enige arbeid te verrichten, maar het CBBS-systeem zegt ‘nee’. Dat punt is binnen de Wajong inmiddels aangepakt door niet naar de verdiencapaciteit te kijken, maar naar iemands ‘arbeidsvermogen’. Dit zou mijn suggestie zijn voor de politiek.

Een ander punt is de effectiviteit van premiedifferentiatie en ‘eigen risico dragen WGA‘; diverse onderzoeken zijn gaande. Wat mij betreft is de uitkomst dat we hier binnen niet al te lange tijd mee stoppen. Het doel is niet bereikt en het is te complex. In dat kader kan er dan ook meteen afscheid worden genomen van het verschil tussen WGA 80-100% en IVA. Scheelt weer veel UWV werk.

#3 Artsentekort bij UWV

Het rommelt al een langere tijd bij UWV. En iedere keer komen er oplossingen uit de toverdoos van welke minister dan ook. Maar in de kern wordt de problemen (zoals de te ingewikkelde wetgeving, te strakke procedures, ivoren-toren posities van de verzekeringsartsen, onzorgvuldige beoordelingen met daardoor weer meer bezwaren etc.) niet aangepakt.

Zo is er een brief van Minister Koolmees over ‘anders sociaal medisch beoordelen’ van april 2021. Geruisloos ingevoerd, terwijl deze nieuwe werkwijze zeker wel invloed kan hebben, met name binnen de ZW (minder eerstejaars ZW-beoordelingen).

Of, voorschotten kwijtschelden als oplossing; het is urgent, dus is het gebeurd, maar ook hierbij wordt de aandacht afgeleid van het kernprobleem. Bemoedigend is dat de minister in de brief over de kwijtschelding aangeeft dat in de tweede helft van 2022 de problemen voorbij zijn. Doelt hij dan op de voorschotten of op de medische beoordelingen?

Verder geeft de minister aan dat er sprake moet zijn van meer maatregelen. Want ook de komst van de verplichte AOV gaat capaciteit vragen. Meer is nodig! Maar de minister laat ons allemaal in het ongewisse wat dit ‘meer’ dan is.

Een nieuwe/aangepaste manier van beoordelen is sinds de (in mijn ogen zeer belangrijke, maar onbekende) brief van 9 april 2021 geen vraag meer. Dat gaat er komen. Maar het is aan de nieuwe regering om daar invulling aan te geven. Hierop inhakend heeft ook de SER in het akkoord van 2021 aangegeven dat er (binnen de WIA) sprake moet zijn van een meer realistische beoordeling. Daar kun je alle kanten mee op, maar weten zij inmiddels meer dan wij?

#4 Verplichte AOV/Wet DBA

Er is een grote groep van schijnzelfstandigen. Deze verrichten arbeid en hebben daarmee een arbeidsrelatie met de opdrachtgever. Deze arbeidsrelatie zou bij zuivere toetsing best wel eens een ‘relatie in dienstbetrekking’ kunnen zijn. Daar hebben we de wet DBA voor; Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. Die wet, die onder andere werkt met modelovereenkomsten van De Belastingdienst. Deze wet deed de markt te veel pijn, dus is besloten de handhaving uit te stellen, op de kwaadwillers na.

En in het regeerakkoord van Rutte III (met Koolmees als minister) staat dat de wet DBA komt te vervallen. Ondertussen zijn we vier jaar verder. Steeds meer wordt duidelijk over het beleid van de overheid; de kosten van de ZZP’er moeten omhoog. In de vorm van een verplichte AOV, maar ook via vermindering van fiscale voordelen.

Wat niet helder is, is de positie van de schijnzelfstandige. Want waar weinigen over nadenken is dat als deze groep ‘ondernemers’ ineens als werknemer gezien worden, er een hele grote doelgroep voor preventie, ziekte en arbeidsongeschiktheid bij komt.

En de groep die overblijft; de echte ondernemer? Daarvoor moet natuurlijk ook gewerkt worden aan preventie. Daarom is er al onderzoek gedaan naar de invulling van ‘arbeidsgerelateerde zorg voor ondernemers’. Het kan namelijk niet zo zijn dat de ondernemer zelf niet naar de bedrijfsarts kan. Wees niet verbaast als er straks met de komst van de verplichte AOV ook iets geregeld wordt voor arbo-zorg. Bijvoorbeeld in de vorm van een speciale arbo-dienst voor ondernemers. Geen keuze; verplicht.

#5 Het rapport van Commissie Borstlap

Een beetje in de corona-hectiek verdwenen, maar er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de werking van onze arbeidsmarkt. Met een rapport genaamd ‘in wat voor land willen wij werken’ van commissie Borstlap. Daarin worden allerlei (op elkaar inhakende) aanbevelingen gedaan voor de arbeidsrelaties tussen werkgever en werknemer. Uiteraard komt daar ‘duurzame inzetbaarheid’ in terug. Leven lang ontwikkelen, van werk naar werk, etc. In dit rapport is sprake van een ‘basisuitkering voor alle werkenden’. Dat is wat anders dan de WIA van nu.

Onderdelen van het rapport van Borstlap zie je al terug in het eerder genoemde SER akkoord 2021. Maar ja; er moet worden doorgepakt. En zonder regering gaat dat niet. Zeker niet op dit soort precaire onderwerpen.

#6 Participatiewet

Een van de stokpaardjes is de ‘banenafspraak’. En als we de 125.000 nieuwe banen niet gaan halen dan komt er een Quotum. Dan zullen de werkgevers wel moeten. Zolang de staatssecretaris in Kamerbrieven voorbeelden gaat geven van wat voor impact dat zal hebben in het jaar 2032 (ja, echt), dan zal niemand daar harder van gaan lopen.

Janthony: ‘Inclusie en inclusieve arbeid, mooie woorden, maar het komt er iedere keer toch net niet écht iets van.’

Daarnaast moet keer op keer de wetgeving rond de Participatiewet, de uitvoering en de banenafspraak simpeler gemaakt worden. Dat zegt ook voldoende. Al met al willen we wel, voor de bühne, maar willen we niet echt.

Wat betekent dit nu voor ons?

Er zijn een heleboel verschillende partijen die bij bovengenoemde zaken betrokken zijn, die allemaal de consequenties gaan voelen van de beslissingen die moeten worden genomen. Voor werknemers gaat het bijvoorbeeld onzeker zijn hoe de begeleiding eruit gaat zien wanneer je naar ander werk toe moet en hoe een keuringsaanvraag afgehandeld gaat worden. Voor werkgevers is het onzeker wat de financiële gevolgen gaan zijn. En wat gaan al deze mogelijke wijzigingen betekenen voor de inhoud van het werk voor die brede groep verzuimprofessionals? Hoe gaat de rol van bedrijfsartsen in de verzuimprocessen veranderen? En voor verzekeraars: wat gaat er gebeuren met het Eigen Risico Dragerschap? Zelfstandigen voelen de onzekerheid in het wel of niet verplicht stellen van een AOV.

Janthony: ‘Ik ben trots op mijn vak, het blijft boeiend. Maar aan de andere kant is het ook logisch dat de moed ons soms in de schoenen zakt. En dat alles wat we als verzuimprofessional doen, voelt als ‘pleisters plakken’ om de boel draaiende te houden, zonder de kern aan te pakken. Toch zit er niets anders op dan te wachten op waar het nieuwe kabinet mee komt (als het eindelijk komt!), dus het blijft voorlopig nog een periode van onzekerheid en vooral het oefenen van geduld.’

Wil jij als Casemanager verschil maken in de wereld van verzuim en re-integratie?

Met de opleiding tot Casemanager ben jij het eerste aanspreekpunt voor vragen en problemen bij verzuim als gevolg van verzuim. Wanneer je onze opleiding positief hebt afgerond, kun je je registreren bij het RNVC. Hiermee mag jij je de titel Register Case- en Caremanager (RCCM) gebruiken. Of Casemanager Regie op Verzuim (CROV) indien alleen module 1 en 2 van de opleiding is gevolgd.

JanthonyWielink

Datum: maandag 6 september 2021
Auteur: Janthony Wielink, oprichter van Enkwest en docent aan de opleiding tot Casemanager en Arbeidsdeskundige.