Janthony Wielink over de voortgangsbrief SZW: ‘black box UWV’, verplichte AOV en de praktische beoordeling
Janthony Wielink over de voortgangsbrief SZW: ‘black box UWV’, verplichte AOV en de praktische beoordeling
Janthony Wielink, docent aan onze opleidingen en oprichter van Enkwest neemt ons mee in zijn visie op de belangrijkste wijzigingen in de laatste brieven van minister van Gennip (3 en 28 april 2023). In deze brief worden onder andere de sociaal medische beoordelingen en de WIA hardheden besproken. Wat moet je hier nu als verzuimprofessional van vinden?
In deze brief bespreekt minister van Gennip een aantal belangrijke punten:
- Het oplossen van de mismatch tussen vraag en aanbod als het aankomt op de sociaal medische beoordelingen.
- De hardheden in de WIA, waardoor de gevolgen van net wel of net niet onder een bepaalde regeling vallen groot zijn.
- Het bieden van ruimte voor de bestaande ambities, zoals de AOV voor zelfstandigen.
Op de lange baan schuiven voor OCTAS
‘Uit deze brief blijkt duidelijk dat alle wezenlijk belangrijke keuzes op de lange baan worden geschoven. De focus ligt op het blussen van brandjes en ervoor zorgen dat het binnen het UWV niet gaat escaleren. Het systeem moet draaiende blijven totdat de commissie OCTAS (Onafhankelijke commissie toekomst arbeidsongeschiktheidsstelsel) hun visie op de toekomst uitgewerkt heeft. Dat gaat dus nog lang duren.’
Wel doorpakken op AOV voor zelfstandigen
‘Er moet dus een nieuw systeem komen dat volgens van Gennip uitvoerbaar, uitlegbaar en betaalbaar is, OCTAS mag bedenken hoe dit systeem eruit komt te zien. Maar wat ik opvallend vind, is dat er een uitzondering wordt gemaakt voor de verplichte AOV voor zelfstandigen. Alles wordt op de lange baan geschoven om OCTAS niet in de wielen te rijden, behalve dit.
Ik ben het er natuurlijk helemaal mee eens dat het duidelijker geduid moet worden of iemand als zzp’er werkt of schijnzelfstandige (dus eigenlijk werknemer) is. Dat is al jarenlang een heikel punt, dus doorpakken hierop is nodig.
Maar de AOV is een groot onderdeel van het gehele systeem, dus waarom worden daar concrete stappen genomen en in de rest van de kwesties niet? Het zou een samenhangend geheel moeten zijn; de AOV, de rol van het UWV, de rol van werknemers etc. Ik zou zeggen dat alles naar OCTAS moet.
Maar dat gebeurt waarschijnlijk niet door de belofte die is gedaan binnen Europa om te werken aan herstelmaatregelen. Dit is ook weleens bevestigd in een eerdere brief. In het voorjaar van 2025 moet er namelijk al een wet komen, gericht op de arbeidsmarkt, dus er ligt druk op. Anders krijgen we – simpel gezegd – geen geld van het Europees corona-herstelfonds. En dat gaat wel om 4,7 miljard euro. Daarom is er haast op het AOV-dossier en wordt de rest op de lange baan geschoven.’
De eerste bouwsteen van het nieuwe stelsel
‘De opdracht van minister van Gennip is dat het systeem uitvoerbaar, uitlegbaar en betaalbaar moet zijn en dat er rekening gehouden wordt met de bestaande adviezen van de SER en het rapport van de commissie Borstlap. In dat rapport staat een basisuitkering voor alle werkenden beschreven. Een deel van deze groep werkenden zijn natuurlijk de zelfstandigen.
Je zou kunnen bedenken dat wat nu als regeling voor zelfstandigen wordt bedacht, ook de basisregeling gaat worden voor werknemers. Waarom zou je zoiets gaan bedenken voor een klein groepje en daar een heel systeem omheen bouwen, terwijl de opdracht is om iets te bedenken voor alle werkenden (dus ook werknemers)? Dit is dus misschien wel het voorland voor ons nieuwe stelsel.’
Huidige systeem = minder goed betaalbaar
‘Hoe de arbeidsmarkt werkt, met vast en flex heb ik verder niet echt een mening over, maar ik snap wel dat het huidige systeem vanuit de solidariteitsgedachte zo niet werkt. Er zijn natuurlijk heel veel zelfstandigen die zich onttrekken aan het systeem. Daarmee maak je het systeem minder goed betaalbaar, want alle uitkeringen moeten worden opgehoest door steeds minder werknemers.
Als die groep steeds kleiner wordt, wordt de premie steeds hoger. En als de premie hoger wordt, willen werkgevers weer geen nieuwe mensen aannemen. Zo ontstaat er een domino-effect.’
Black box van het UWV
‘Een van de heikele punten is de duiding van de mate van arbeidsongeschiktheid. Er is heel veel gedoe over het CBBS (Claim Beoordelings- en Borgingssysteem). Dat systeem is heel erg theoretisch en voor heel veel mensen is het gewoon niet uit te leggen.
Voor professionals die bezig zijn met verzuimbegeleiding en re-integratie is het zo dat bijna niemand iets durft te voorspellen over welke uitkering iemand krijgt. Dat is toch raar, want we zijn deskundigen. We durven dus niet in de ‘black box’ van het UWV te kijken en iets te zeggen over de uitkomst. Je kunt natuurlijk wel een beetje richting bepalen, maar het is niet concreet en moeilijk om te bevatten.
Stel; je had werk als vakkenvuller bij een grote winkelketen. Dan kom je bij het UWV en die geeft je dan beroepen terug die zo ver van je af staan dat je denkt, wat moet ik daar nu mee? Consultatiebureaumedewerker, printplaat monteur, er kan van alles uitkomen. En in theorie zijn het functies die je met jouw beperking wel kunt uitvoeren, maar daar heb je zelf echt nog nooit over nagedacht als vakkenvuller.’
Praktische beoordeling arbeidsongeschiktheid
‘Wat ik wel goed vind van minister van Gennip is dat ze de praktische beoordeling van arbeidsongeschiktheid meer wil oppakken. Voor iemand die werkt met zijn beperkingen (is gereïntegreerd via spoor 1 of 2) op structurele en duurzame basis. Waarom zou je die persoon dan ook nog theoretisch moeten laten beoordelen?
Als het werk behouden kan worden, weet iemand dus ook wat de mate van arbeidsongeschiktheid wordt. En dan wordt alles veel doelgerichter. Daar ben ik echt blij mee. En dat voor ieders rol in het verzuimproces: een werknemer weet waar hij/zij het voor doet.
Als casemanager kan je zo veel helderder communiceren wat de uitkomst is qua arbeidsongeschiktheid, er is meer richting. En ook voor Spoor 2 bedrijven geeft het meer richting: als je deze baan kunt accepteren, weet je wat de mate van arbeidsongeschiktheid wordt. Voor de arbeidsdeskundige is het ook fijn, want die moet kunnen beoordelen of dit het maximaal haalbare is. Deze wijziging geeft echt meer invulling en inhoud aan ons vak.’
Wat zijn nou die hardheden in de WIA?
‘In het advies van de SER ging het over hardheden in de WIA. Dat vind ik een vaag geformuleerde term, want je kunt er zo’n beetje alles mee bedoelen. Een van de hardheden die naar voren komt is het dagloon van iemand die vanuit de WW ziek is geworden, dan in de Ziektewet komt en dan in de WIA komt.
Deze groep mensen wordt gecompenseerd met een lager dagloon dan gewenst. Ik vind een veel grotere hardheid de groep die 35minner wordt en uiteindelijk geen WIA krijgt. Die groep wordt veel over gesproken en dit wordt doorgeschoven naar OCTAS.’
Omgaan met WIA-vraagstukken
‘Het is duidelijk dat de WIA-wijzigingen op de lange baan worden geschoven, want tot er duidelijkheid komt van OCTAS zijn we al een jaar verder. En het duurt nog wel een paar jaar voordat er echt keuzes gemaakt gaan worden. We behouden de WIA dus nog wel een tijdje.
Zelfs twintig jaar na de invoering zijn er nog steeds veel WIA vraagstukken. Hoe moet je als casemanager bijvoorbeeld omgaan met voorschotten en het wel of niet van toepassing zijn van no risk ZW? Of de 60+ regeling? Hoe ga je om met de toerekenbaarheid van de uitkering? Hoe werkt het met de herbeoordelingen? En hoe we moeten werken met het UWV maakt niet dat het allemaal duidelijker is voor de casemanager of arbeidsdeskundige. Het vergt wat van de verzuimprofessional om hiermee om te gaan.’
Wil je als verzuimprofessional beter weten hoe je omgaat met WIA-schade?
Scolea en Enkwest Opleiding en Advies organiseren samen een training waarin we je meenemen in het omgaan met WIA-schade. Vragen die centraal staan:
- Wat zijn de regelingen bij arbeidsongeschiktheid?
- Waarom zou je als werkgever het eigen risico gaan dragen voor de WGA?
- Kies je voor privaat verzekeren of een publieke verzekering bij het UWV?
Met de training omgaan met WIA-schade krijg je tools aangereikt om hiermee aan de slag te gaan. Je kunt na afloop goed kiezen hoe je wilt omgaan met de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid van jouw werknemers en de manier van verzekeren.
Kijk voor meer informatie of schrijf je meteen in!
Datum: Maandag 22 mei 2023
Auteur: Janthony Wielink, oprichter van Enkwest Opleidingen & Advies en docent aan de opleidingen tot Casemanager en Arbeidsdeskundige.