Andere aanpak begeleiding zieke werknemers met ‘De Gouden Driehoek’
Andere aanpak begeleiding zieke werknemers met ‘De Gouden Driehoek’
De Gouden Driehoek: een alternatieve verzuimaanpak die eigenlijk al jaren bestaat!
Regelmatig lees ik dat de begeleiding van zieke werknemers anders moet. Meer praktisch, meer gericht op snelle en vooral duurzame werkhervatting. Want we moeten zuinig zijn op onze werknemers. Logisch, want arbeidscapaciteit begint steeds schaarser te worden. Zeker nu vanaf 2021 de aanwas vanuit schoolverlaters begint te verminderen. In dit artikel geef ik – Hans Lankhaar – mijn visie op hoe zieke werknemers het beste begeleid kunnen worden.
Leestip!
Zo werkt ‘De Gouden Driehoek’ in de praktijk
Groot deel verzuim is niet medisch
Ik zie dat er allerlei oplossingen voor andere begeleiding worden aangedragen, maar helaas zijn dit vaak oplossingen met een hoog medisch gehalte. Terwijl er nog steeds een tekort is aan bedrijfsartsen en, belangrijker nog, we het kennelijk met elkaar eens zijn dat 80% van het verzuim niet medisch is. Of in elk geval niet continue aandacht van de bedrijfsarts nodig heeft. Zo komt nogal eens voorbij als oplossing om professionals in de verlengde arm of taakdelegatie te laten werken. Maar bijvoorbeeld het werken in de verlengde arm van de bedrijfsarts, of werken in taakdelegatie betekent dat deze bedrijfsarts verantwoordelijk is en blijft voor iedere zieke werknemer die op deze wijze wordt behandeld. Simpelweg omdat de bedrijfsarts daarop tuchtrechtelijk kan worden aangesproken.
Terug naar de 80-er jaren
Het valt mij op dat de gang van zaken rond de Wet Verbetering Poortwachter vergelijkbaar is met de situatie in particuliere AOV branche in de 80-er jaren van de vorige eeuw. Dat lijkt misschien een tijd geleden, maar er valt nog veel uit te leren. In die tijd werd de claimafhandeling van zieke zelfstandig ondernemers gedomineerd door de verzekeringsarts. Deze arts stond op een enorm voetstuk, zijn of haar wil was wet. Hiërarchisch kon een beslissing van de verzekeringsarts meestal slechts ‘overruled’ worden door de directie van de verzekeringsmaatschappij, maar dat kwam zelden voor. De claimbehandelaar mocht uitsluitend de beslissing van de verzekeringsarts uitvoeren en de arbeidsdeskundige werd pas ingeschakeld als er medisch niets meer te beoordelen viel. Ik schets het bewust wat zwart-wit, maar niet ver bezijden de realiteit.
Duidelijk was dat deze aanpak niet leidde tot grote tevredenheid van de klant, die bovendien in die tijd steeds mondiger werd. Een andere aanpak was nodig en die kwam er ook. Als leidinggevende bij één van de grootste AOV-verzekeraars heb ik destijds mede invulling gegeven aan die verandering.
Een beter systeem, maar nog steeds medisch
Allereerst werd er een afdeling gevormd die fungeerde als voorportaal van de verzekeringsarts. Deze afdeling werd gevormd door mensen met een medische achtergrond, veelal ervaren verpleegkundigen en af en toe een fysiotherapeut, en stond onder verantwoordelijkheid van de verzekeringsarts. Zo ontstond bij de verzekeraar het beroep medisch behandelaar. Op deze afdeling kwamen alle ziekmeldingen binnen en vond er een schifting plaats. In de meeste gevallen leidde dit tot een snelle eerste controle door een zogenaamde controlearts, veelal een huisarts.
Op basis van de informatie uit deze controle werd het vervolgbeleid bepaald, waarbij uitsluitend de zwaardere medische zaken op het bureau van de verzekeringsarts terecht kwamen. De meeste ziekmeldingen werden afgehandeld door de medisch behandelaar, waar nodig in overleg en samenwerking met de verzekeringsarts. Een heel praktisch en werkbaar systeem, maar wat bleef was nog steeds een (te) medische aanpak, die te vaak niet leidde tot maximaal haalbare re-integratie.
De arbeidsdeskundige eerder in het proces betrekken
Om dat te verbeteren werd de arbeidsdeskundige voortaan veel vaker, maar vooral veel vroeger in het proces betrokken. Niet pas nadat een zogenaamde ‘medische eindtoestand’ was bereikt, maar in veel gevallen al na een ziekteperiode van enkele maanden. Terwijl ondertussen de medische behandeling gewoon doorging. De ontwikkeling van die behandeling werd gevolgd door de medische afdeling of door de verzekeringsarts. En de arbeidsdeskundige ging aan de slag met gefaseerde terugkeer in het arbeidsproces, in eigen werk, aangepast eigen werk of in ander werk.
Deze duale benadering werkte heel goed, op voorwaarde dat er regelmatige afstemming plaatsvond tussen medische afdeling, verzekeringsarts en arbeidsdeskundige. De effecten van die intensievere arbeidskundige benadering werden na een aantal jaren wetenschappelijk onderzocht door de Universiteit van Maastricht. Op de uitkomsten daarvan kom ik in een volgende bijdrage nog wel eens terug.
De rol van de procesregisseur
Ondertussen ontwikkelde zich een nieuwe generatie claimbehandelaars. Niet meer de uitvoerende kracht die alleen zorg mocht dragen voor een tijdige en adequate uitkering. Maar een HBO opgeleide en vakvolwassen claimbehandelaar, gevormd door een goede vakopleiding en de nodige werkervaring die meer en meer de rol van procesregisseur kreeg. De contactpersoon voor de zieke ondernemer, maar ook degene die er op toezag dat op het juiste moment de juiste persoon in het claimproces werd ingeschakeld. Dus niet standaard de verzekeringsarts of de arbeidsdeskundige, maar soms een financieel deskundige of bijvoorbeeld een arbeids- en organisatiepsycholoog.
Het ontstaan van ‘De Gouden Driehoek’
Uit de hiervoor geschetste ontwikkelingen ontstond uiteindelijk een periodiek drie-overleg met daarin de verzekeringsarts of de medische behandelaar, de arbeidsdeskundige en de claimbehandelaar, waarin alle lopende zaken werden besproken en waarin ook de lijnen voor vervolgaanpak werden bepaald. De zogenaamde “Gouden Driehoek”. Deze aanpak heeft jarenlang gewerkt, naar tevredenheid van nagenoeg alle betrokkenen. Dat was een van de uitkomsten van eerder genoemd onderzoek door de Universiteit van Maastricht.
Naar ik begrijp bestaat een dergelijke overlegvorm bij sommige verzekeraars nog steeds. Maar de wereld van AOV-verzekeraars is de laatste 20 jaar sterk veranderd door een aantal aspecten waarop ik nu niet verder in zal gaan. Want ik wil komen tot het antwoord op de vraag hoe de behandeling van zieke werknemers anders kan. En hoe we daarbij kunnen leren van die AOV-verzekeraars uit de 80-er jaren.
Hoe kan het anders in de begeleiding van zieke werknemers?
Dat kan anders door allereerst te gaan werken in dezelfde professionele driehoek. Met daarbij de bedrijfsarts in plaats van de verzekeringsarts, maar ook ondersteund door medisch behandelaars (bv. de praktijkondersteuner bedrijfsarts), de casemanager (RCCM) in plaats van de claimbehandelaar en nog steeds de arbeidsdeskundige. Waarbij in deze driehoek de policy wordt bepaald middels het volgende stappenplan.
Stappenplan begeleiding zieke werknemers:
- Na binnenkomst van de ziekmelding direct de policy bepalen. Daarover beslisregels opstellen, zodat niet iedere keer het wiel opnieuw uitgevonden moet worden.
- Kort ziekteverzuim administratief afhandelen, bij dreigend langdurig verzuim of repeterend kort verzuim zo snel mogelijk een visie van de bedrijfsarts.
- Na het eerste oordeel uitsluitend terug naar de bedrijfsarts indien daarvoor een heldere indicatie is. Dus automatische bezoeken aan de bedrijfsarts afschaffen.
- Medische beoordeling waar mogelijk door de medisch behandelaar, met duidelijke protocollen en mogelijkheid tot overleg met de bedrijfsarts.
- De casemanager coördineert en regisseert de communicatie tussen werkgever, werknemer, bedrijfsarts en arbeidsdeskundige en zorgt dat tijdig de juiste stappen worden gezet.
- Snellere inschakeling van de arbeidsdeskundige, bijvoorbeeld in de volgende situaties:
- Vrij snel na de ziekmelding is duidelijk dat werknemer, vanwege de medische beperkingen, niet meer terug zal keren in zijn oorspronkelijke werk;
- Er zijn (mogelijk) stagnerende factoren in het verzuimproces, bijvoorbeeld een (dreigend) arbeidsconflict;
- Vanwege het medische beeld is de kans op langdurig verzuim groot en het is van belang om te kijken of er mogelijkheden tot (tijdelijk) ander werk zijn. Onnodig en zonde van de tijd dat dit pas bij de Eerstejaarsevaluatie ter sprake komt;
- Snelle inschakeling bij chronische ziekten om het proces van omgaan met de beperkingen in relatie tot werk te begeleiden;
- Snellere inschakeling bij arbeidsongeschiktheidsprocessen waarbij na behandeling of ingreep wordt ingeschat dat begeleiding een positieve rol kan spelen (denk aan mensen met kanker).
- Periodiek overleg tussen medisch behandelaar, arbeidsdeskundige en casemanager, waar nodig sluit de bedrijfsarts aan.
- En misschien wel het allerbelangrijkste, niet het proces centraal stellen, maar snelle en duurzame terugkeer van de werknemer in het arbeidsproces.
Heeft deze aanpak kans van slagen?
Heeft een dergelijke aanpak kans van slagen in onze door AVG en procesmatig handelen gedomineerde maatschappij? Ik ben idealistisch genoeg om te geloven dat wij in Nederland nog steeds in staat zijn de mens centraal te stellen. Dat stelt wel bepaalde eisen aan de professionals die bij het proces van ziekteverzuim betrokken zijn:
- Een open mind van de bedrijfsarts en bereid zijn om zijn of haar domein te delen met professioneel opgeleide medisch behandelaars.
- Breed opgeleide casemananagers (RCCM) die hun regierol waar kunnen maken.
- En tenslotte arbeidsdeskundigen die bereid en in staat zijn eerder dan vaak tot nu toe gebruikelijk aan de slag te gaan met zieke werknemers.
Zo werkt ‘De Gouden Driehoek’ in de praktijk
Dat een dergelijke aanpak in de praktijk werkt – ook bij psychisch zieke werknemers – heeft mijn collega Bert van den Berg ervaren. Bert is behalve mede-directeur en oprichter van Scolea al 25 jaar actief als arbeidsdeskundige voor verschillende opdrachtgevers. Hieronder zijn visie:
Bert van den Berg (Arbeidsdeskundige en oprichter Scolea):
Als arbeidsdeskundige werk ik in opdracht van een verzekeraar en bezoek / begeleidt daarbij zelfstandig ondernemers. In geval van een melding van arbeidsongeschiktheid op basis van psychische klachten treedt een protocol in werking waarbij er een 2-sporenbeleid wordt ingezet.
Enerzijds wordt een geselecteerde arts in de regio waar de verzekerde woont gevraagd om een eerste visie omtrent de uitval van verzekerde te geven. Daarnaast gaat er binnen 6 weken na de arbeidsongeschiktheidsmelding een arbeidsdeskundige naar de verzekerde toe om met hem/haar de situatie te bespreken (vaak zonder dat er op dat moment informatie van de medisch adviseur beschikbaar is). Daarbij staat er een netwerk van providers ter beschikking die ingeschakeld kunnen worden. Denk daarbij aan personal trainers / leefstijlcoaches, psychologen, bedrijfskundige ondernemersbegeleiders, fysiotherapeuten etc.
Het hele proces is gericht op een snelle analyse van de situatie vanuit meerdere hoeken, vervolgens een snelle gerichte aanpak van de problematiek en begeleiding vanuit de maatschappij om te komen tot een optimale re-integratie. In dit proces wordt er intensief overlegd tussen claimadviseur, arbeidsdeskundige en medisch adviseur om dit proces vanuit de verschillende professionals te begeleiden. En het zal je niet verbazen dat dit leidt tot 3 belangrijke winstpunten:
- Een kortere verzuimduur;
- Duurzamere oplossingen als het gaat om arbeidsinzet;
- Een hoge klanttevredenheid van de verzekerde.
In een volgende bijdrage zal ik dieper ingaan op hoe dit proces in zijn werk gaat, welke aspecten er in de gesprekken aan de orde (kunnen) komen, welke mogelijke providers ingezet kunnen worden en wat het betekent voor de werk van de arbeidsdeskundige.
Bron: Telegraaf
Trekt de rol van procesregisseur je? Misschien past de opleiding tot Casemanager dan bij jou!
Met de opleiding Casemanager ben jij het eerste aanspreekpunt voor vragen en problemen bij verzuim als gevolg van verzuim. Let op! → Wanneer je onze opleiding positief hebt afgerond, kun je je registreren bij het RNVC. Hiermee mag jij je de titel Register Case- en Caremanager (RCCM) gebruiken. Of Casemanager Regie op Verzuim (CROV) indien alleen module 1 en 2 van de opleiding is gevolgd.
Donderdag 14 maart 2019
Auteur: Hans Lankhaar, oprichter Scolea, adviseur arbeidsongeschiktheidvraagstukken en coach voor de opleiding Casemanager